Pectinaria koreni (Malmgren, 1865) Goudkammetje
| Kenmerken | Taps toelopend kokertje gemaakt van zandkorrels. Het kokertje is aan beide kanten open. |
|---|---|
| Kleur | Zalmkleurig lichaam met goudkleurige borstels |
| Voorkomen | Grevelingen en Oosterschelde. |
| Voedsel | Algen en detritus. |
| Voortplanting | Geslachtelijk. |
| Grootte | Kokertje tot 5 cm. |
Klasse Polychaeta, borstelwormen.
Het goudkammetje leeeft ingegraven in het zand met de kop naar beneden. Meestal worden door duikers alleen de lege kokertjes gevonden.

